De regels van het spel

Met deze blog willen we een antwoord bieden op twee vragen: waarheen voor een leuk etentje én hoeveel kost het daar nu echt? Op pad dus, aan de hand van echte rekeningen, van echte mensen.
Wat zijn de regels van het spel?
Eén: iedereen mag zijn bijdrage insturen, zolang ik de inzender maar ken en dus zeker ben van de onafhankelijkheid. Laat de eigenaars zichzelf maar bejubelen op andere sites. Ook slechte ervaringen mag je delen.
Twee: De rekening maakt een essentieel deel uit van de bespreking. Dus graag je ticket met alle details meesturen via mail. Wat het écht kost willen we namelijk ook weten.
Smakelijk.

woensdag 23 november 2011

refter - Brugge

(bijdrage door Piet Wulleman)


Heel dikwijls al was ik gepasseerd aan De Refter - meestal op weg naar Rock Fort een beetje verder. De mooie architectuur van het gebouw bewonderd, even binnen gepiept en, ja, ook het interieur zag er origineel en geslaagd uit. Maar toch nooit de verleiding gevoeld er ook binnen te gaan. Waarom, is me niet helemaal helder, maar ik voelde een zekere weerstand. Teveel gehypet in de pers? Teveel fils-à-papa-krijgt-restaurantje-cadeau? I don’t know, maar wat ik gisteren wel wist is dat ik de koe eindelijk bij de horens wou vatten.
 
Eerste indruk: leuk, mooi interieur. Goede ontvangst door jonge, vlotte gast, vriendelijk, casual maar hoffelijk. Tafeltjes dicht genoeg bijeen om bistrogezelligheid te creëren, ver genoeg uiteen om niet alle geheimen van je buren te moeten aanhoren.
 
Eerste en enige minpunt van de avond werd meteen duidelijk: verstrooide, onhandige bediening. Niet clumsy op de charmante manier, maar gewoon downright dommig. Niet gevraagd of we een aperitief wilden. Aperitief bijna vergeten te brengen, lang wachten. Vragen of we wijn willen, en als we repliceren dat we die net bij haar collega hebben besteld, antwoorden met “ah ja, maar ik weet dan ook van niks, hé”. Glazen wegnemen vlak voor de wijn komt, dan glazen moeten terugbrengen. Hapjes wegnemen nog voor voorgerecht arriveert. Domme grapjes maken: op zich niet erg. Maar als er dan niet wordt gelachen, verder gaan met “haha, ik met mijn domme moppen altijd. Gelàchen”. Oorverdovende, genânte stilte als gevolg. Stom.
 
Soit, naar de essentie: glazen, borden, en wat erop en erin komt. Dit is het soort plek waar een mens zich perfect gerechtigd voelt een Hoegaarden als aperitief te nemen (overigens: beetje vreemd voor de betere brasserie om Kriek Belle-Vue op de heel erg korte bierkaart te zien staan, er zijn echt wel véél betere Krieks op de Belgische markt). Lekker casual, lekker geen pretentie, lekker vertrouwd. Dat geldt nog veel meer voor de hutsepot (hutsepot!) die ik op de kaart zie staan. Geweldig. Een restaurant waar je nog eens goede klassieke Vlaamse kost kan eten, maar dan wel lekkerder klaargemaakt dan je zelf ooit zou kunnen. Lekker dus, of zei ik dat al? Dat geldt ook voor het knolseldersoepje, het buikspek en het haantje.
 
Het menu-opzet is superhelder - € 35 voor voor- en hoofdgerecht en dessert - en dat is geruststellend. Alleen voelt een mens zich daardoor verplicht het erbij horende dessert te nemen, ook al heeft ie eigenlijk genoeg. We laten de dame blanche dan ook halverwege staan, maar niet zonder eerst vast te stellen dat hij volgens de regels van de kunst is gemaakt en geserveerd.
 
Conclusie: blij dat we er gegeten hebben, blij dat ik mijn initiële weerstand heb overwonnen. Slome bediening, maar voor de rest leuk, gezellig, warm. Toch heb ik het gevoel dat ik er niet snel terugkom, en dat heeft weinig met het restaurant zelf te maken, meer met de formule die een beetje tussen wal en schip valt: té casual en gewoon voor wie zo af en toe eens op culinaire ontdekkingstocht wil, net té highbrow en gezocht en – laat ons eerlijk zijn – met 130 euro voor twee personen té duur om voor de snelle gezellige tussendoorhap een alternatief te zijn voor de doorsnee Italiaan, Thai of ander buurtrestaurantje .


Geen opmerkingen:

Een reactie posten